Bij jou moet ik woorden
Wikken noch wegen Laat ik gedachten de vrije loop Wat ik denk mag opborrelen Jouw liefdevolle hand Zal ’t kaf en ’t koren ziften Bewaren wat bewarenswaard is Wat rest liefdevol wegblazen
Als
een kind dat vraagt
Hoeveel keer slapen nog? Tel ik de dagen Tot wanneer ik woorden binden zal Woorden gehouwen Als beelden uit gewaterd hout Woorden voor later Het potlood nestelt zich tussen Mijn vingers en vindt bestemming Schrijven is mijn deel Met garen wil ik woorden binden
Liefde
is mijn woord
Ik adem het, Ik laat het stromen Door elke vezel Elke ader elke zenuw Tot het zich nestelt In de toppen van mijn vingers Leid mijn pen Houd mijn potlood Laat mij schrijven Elke dag Dat mijn woorden Water mogen worden Als de Millebron Dat mijn woorden Stromen mogen Doorheen het lijf Liefde is mijn woord Liefde is alles Liefde is alles wat er is
Mijn
omweg is het woord
Het mooie woord een zin De metafoor die kleeft als Olie op mijn huid Het woord alleen wil ik niet schrijven De mens alleen wil ik niet liefhebben Het leven alleen wil ik niet leven Om het al lang ik de omweg Ik lang de omweg van de kunst Het beeld de omweg van het vers ‘k Aanvaard wel een terugtocht Liefst gewoon een tocht Laat het een inval zijn Een ontmoeting Een gebaar een melodie Een onwillekeurig schaduwbeeld Een o zo voorzichtig toverijtje Mijn omweg is het woord Het mooie woord een zin De metafoor die kleeft als Olie op mijn huid Elk woord een tocht Door tijd en ruimte Ik treed op paden langs het water Langs woud en hoge luchten Ik dwaal door oude boeken Vergeten woorden De weg van mijn herinneringen Het eigen weten Doorheen de verzen Vang ik de ochtendnevels over het plateau De avondgloed Uit ons piepklein kamerraam Met handen om te dichten Schik ik de deken over je heen Jouw handen zijn de mijne En die van mij van jou |
Elke vrijdag tel ik
De woorden van de voorbije week Woorden van pijn verdriet Woorden van schoonheid en genieten Ik schrijf ze in rubriekjes of kolommen Onthoud met graagte de woorden Gelatenheid verwondering ontmoeting Murmel tevreden Fluister de woorden En lees ze van de boekenruggen Terwijl Katelijne glimlacht: “Weinig room bij de koffie?”
Ik
savoureer de taal
Proef geniet Van woorden en nuances Gelaagdheid van smaken Verbonden met herinneringen De rijkdom van het woord De ruimte in beweging Jij streelt het hout Ziet lijnen, nerven en beweging En geniet bij de gedachte: Ik geef leven aan de dode boom Vind met zachte hand Mijn ziel in een stronk En proef gelukzalig van de eeuwigheid
Met zon en regen overgiet ik mijn
beelden
Ik span de regenboog, spectrum van kleuren En streel traag overheen de ingehouden blik Gebeiteld gepolijst uit hulst of notelaar Woorden zijn mijn beelden Landschappen waar ik zo van hou Waarin ik meermaals wil gaan dwalen Onder zon en maan, zachte smuik of zoete regen Ik zing het lied van sneeuwman witte man Bij de levensbeelden van toentertijd tot nu Glimlach tevreden om zoveel gelukzaligheid Fonkelend warempel als was het voor het eerst
Woorden
zijn mijn woonst
Verzen ramen deuren Een trap die leidt naar hoger Een raam dat kijkt op buiten Woorden zijn mijn woonst Ik zal er graag verblijven De ramen dicht, de deur in ’t slot Vanavond houd ik voor mijzelf |